Buitendijkse haven laat nog langer op zich wachten na uitspraak Raad van State
Woensdag 11 december 2019 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over het beroep van de IJsselmeervereniging tegen het op 19 juli 2017 door Provinciale Staten vastgestelde Provinciaal Inpassingsplan Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland (MSNF). De Raad van State heeft aangegeven dat de beoordeling van de natuureffecten voor stikstof in deze zaak leidt tot een gegrond beroep en vernietiging van het gehele inpassingsplan voor de MSNF.
Beroep
De IJsselmeervereniging had op 20 september 2017 beroep ingediend tegen het vastgestelde inpassingsplan op grond van de gebruikte buitendijkse ontwikkelruimte en de mogelijke impact die de MSNF heeft op het landschap en natuurwaarden.
Ecologische onderbouwing
Hoewel de Raad van State nagenoeg alle andere bezwaren van de IJsselmeervereniging tegen het plan ongegrond heeft verklaard, is de Raad van State van mening dat, door haar eerdere kaderstellende uitspraak van 29 mei 2019 over het omgaan met stikstof, de ecologische onderbouwing onder het hele plan is weggevallen. Het inpassingsplan kan daarmee niet in stand blijven, waardoor de aanleg van de haven nog niet kan worden gestart.
Versterking maritiem cluster
Gedeputeerde Appelman: ‘We betreuren het zeer dat de stikstof problematiek de aanleg van de nieuwe haven bij Urk vertraagt. De haven is belangrijk is voor de versterking van het maritiem cluster op Urk en de ondernemers wachten hierop. De regio heeft deze impuls hard nodig en dat is ook waarom we morgen met Rijk en regio de Regiodeal Noordelijk Flevoland tekenen. We gaan ervoor zorgen dat de nieuwe haven er op zo kort mogelijke termijn komt. Hiervoor is het van belang dat er op korte termijn vanuit het Rijk duidelijkheid komt over de uitwerking van stikstofkaders die werkbaar en juridisch wel houdbaar zijn’.
Vervolgstappen
De vernietiging van het inpassingsplan betekent dat de provincie een heel nieuw plan zal moeten opstellen en de daarbij behorende procedures opnieuw worden doorlopen. De Raad van State heeft meer dan 2 jaar lang over de uitspraak gedaan. Hierdoor zijn gegevens en onderzoeken inmiddels ten dele verouderd. Er zal onder andere een nieuwe passende beoordeling moeten worden gemaakt. De verwachting is dat de uitspraak van de Raad van State zeker leidt tot een jaar extra vertraging voor de realisatie van de gewenste buitendijkse servicehaven.
Terug