Trotse Urker visserscoöperatie: ‘Dit is nog echte Nederlandse maakindustrie’

(UIT: DE VOLKSKRANT 21 JULI 2019) In 1922 vormden Urker vissers een coöperatie om samen brandstof in te kopen. Dat gaf stabiliteit. Een eeuw later is het er met het pulskorverbod, de dreigende Brexit en windmolens op zee niet kalmer op geworden bij VCU.

Zonder op te kijken roept een Urker nettenknoper ineens door de loods. ‘Dit is nog echte Nederlandse maakindustrie.’ In zijn hand een witte boetnaald, waarmee hij de visnetten stevig aan elkaar blijft knopen. Ja, hij is trots op zijn werk – maar dan volgt de maar. ‘Als je in mijn hart kijkt, ben ik liever weer op zee.’ Waarom hij dan hier staat? ‘Als ik dit tegen mijn vrouw zeg, dan is het herrie in de tent.’

Voor een aantal thuisblijvers op Urk zijn de periodes zonder visserman recentelijk nog langer geworden. Van zondagnacht tot vrijdag is bij verlengd tot halverwege de week erna. Het ‘uit de lengte halen’, noemen ze dat op Urk. Het is een noodgreep voor ex-pulskorvissers, die sinds 1 juni van Europa niet meer mogen vissen door tong en schol van de bodem op te schrikken met elektrische schokjes. Met deze innovatieve pulskormethode bespaarden ze naar eigen zeggen 50 procent op hun belangrijkste kostenpost: brandstof.

Brandstof was bijna 100 jaar geleden ook al punt van zorg en reden voor oprichting van Visserij Coöperatie Urk (VCU). ‘We waren toen nog een eiland, wat problemen gaf bij de levering van gasolie’, zegt VCU-voorzitter Lubbert Romkes. ‘Samen groot inkopen gaf wat meer stabiliteit.’ Tegenwoordig levert VCU vrijwel volledige service aan de 115 leden. Van onderhoud aan het schip tot het vistuig. ‘Alleen het proviand mogen ze zelf bij de Jumbo halen.’

Een medewerker van Visserij Coöperatie Urk knoopt de netten aan elkaar die passen op een zogenoemde boomkor. Beeld Raymond Rutting

De afspraak met Romkes begint met koffie en haring. Het is 10.30 uur. Zijn grootvader was in 1922 een van de oprichters van de coöperatie. Het werk op zee laat voorzitter Romkes (71) inmiddels aan zijn twee zonen, de vierde generatie in de vissersfamilie. Ook zij werden getroffen toen dit jaar het Europese verbod op pulskorvissen definitief werd. Een investering van ongeveer een half miljoen euro overboord, net als bij nog dertig van de 115 VCU-leden die een tijdelijk Europese ontheffing hadden op pulsvissen.

Boomkor

De meesten hadden nog een oude boomkor in de schuur liggen, een zware balk die over de zeebodem sleept om de vissen op te schrikken - de weerstand zorgt voor hoger brandstofgebruik. ‘We zijn tien jaar terug in de tijd’, moppert Romkes. Nog een probleem: de netten bij het oude tuig, die hadden de meesten niet meer. En bij VCU lagen ze ook niet klaar op de plank.

‘Niemand durfde de beslissing te nemen de materialen te bestellen, omdat maar onduidelijk bleef wat Europa ging doen met het pulsvissen’, zegt Albert Hartman, verantwoordelijk voor de nettendivisie bij VCU. Dan vroegen vissers: ‘Albert, heb je al besteld?’. Zijn antwoord: ‘Bestellen jullie eerst maar bij mij’. De leden zijn zijn klanten, maar ook zijn baas, legt Hartman uit, wat op zulke momenten lastig is. ‘Ik kan niet voor miljoenen aan materialen bestellen die later niet nodig blijken te zijn.’

Beeld VCU

Maar de boomkornetten bleken wel nodig door het pulsvisverbod, en nu krijgt VCU ze niet gemaakt. ‘Reken 140 uur per net, keer drie per boot en dat met acht arbeidskrachten’, zegt Hartman. En van het gebreide basismateriaal waar zij mee werken zijn ze ook nog eens afhankelijk van onder meer fabrieken in Spanje en Portugal, want dat gebeurt hier niet meer met de hand – zoals zijn moeder vroeger vanaf haar twaalfde deed.

Ergens in september hopen ze alle oud-pulsers onder de leden te voorzien van de netten voor de boomkor. Tot die tijd is er een tussenoplossing: niet vissen op tong, maar alleen op schol – waarvoor wel genoeg netten voorhanden zijn. En dus langer wegblijven om brandstof te sparen en met meer vis terug te varen.

Uitgestelde investeringen

Bij VCU merken ze de onzekerheid die er door alle commotie in is geslopen bij de leden. Niet alleen door het pulsverbod, maar ook door de windparken die de komende jaren een steeds groter deel van hun werkterrein afsnoepen, de natuurgebieden die er zoals op de Doggersbank bij moeten komen en uiteraard de dreigende Brexit – met een verwacht verbod op varen in Britse wateren.

‘Investeringen worden uitgesteld’, zegt Hartman in de loods, waar touwhaspels ter grootte van tractorwielen aan de muur hangen. ‘Vorig jaar hadden we in een maand 745 overuren, nu is dat gezakt naar 20.’ Romkes ziet dit zelf gebeuren bij hun familieschip. ‘Dat is 25 jaar oud, normaal was dit schip allang vervangen, maar ja, we hebben veel van ons geld gestoken in het pulsvistuig.’

Aan boord merken de medewerkers het ook. De zes man die per schip meegaan zijn doorgaans zzp’ers. Allang niet meer alleen Urkers, maar ook Filipijnen en Polen. ‘Bij boten die terug moesten van puls- naar boomkor zijn de vergoedingen met een kwart omlaag gegaan’, zegt Hartman. Dit zorgt nu voor wrevel, want de ruim tachtig pulsvissers in Nederland worden gefaseerd teruggezet. De eersten waren per 1 juni de klos, een ander deel aan het einde van dit jaar en de derde groep halverwege 2021.

‘Ik heb Landbouwminister Carola Schouten opgeroepen alle ontheffingen tegelijk in te trekken’, zegt Hartman. ‘Want die schepen liggen toch naast elkaar en iedereen praat onderling. Bij een paar van onze vergaderingen heb ik de spanning al hoog zien oplopen.’ Een woordvoerder van de minister laat weten dat het geen optie was iedereen op een later moment tegelijk te laten stoppen, omdat met de huidige planning de Europese afspraken al worden opgerekt. ‘En allemaal eerder stoppen, hoe denk je dan dat de vissersmannen met een ontheffing tot een latere datum dán hadden gereageerd?

Hoe het ook zij, de visserij zal het ook nu wel weer overleven, verwachten de heren van VCU. Romkes weet het uit zijn familie-ervaring: de visserij heeft altijd toekomst. ‘Mijn vader had het altijd moeilijk, maar over een kleine drie jaar vieren we hier toch mooi het 100-jarige bestaan.’ Groots? ‘Nee, gepast.’

Terug